Zijn naam is onlosmakelijk verbonden met militaire muziek. Maar de betekenis die Rocus van Yperen (1914-1994) voor de toonkunst heeft gehad, reikt bij nadere beschouwing veel verder. Dat geldt zowel voor de instrumentale als vocale muziek. En dat niet alleen op professioneel niveau, ook voor de muzikale amateurwereld is hij van grote betekenis geweest. Dat blijkt uit de biografie Tussen mars en oratorium, geschreven door John Kroes.
Van Yperen was van 1945 tot 1963 dirigent van de Koninklijke Militaire Kapel, daarna Inspecteur Militaire Muziek. Hij was het die de Taptoe Delft initieerde, geïnspireerd door de Royal Edinburgh Military Tattoo waaraan de KMK in 1952 had deelgenomen. In de biografie ligt de nadruk op de militaire musicus Van Yperen. Gezien de achtergrond van de auteur is dat niet verwonderlijk. Vanaf het eerste begin heeft Kroes namelijk een belangrijke rol gespeeld in de Nederlandse afdeling van de International Military Music Society.
Maar de andere kwaliteiten van Van Yperen laat hij zeker niet buiten beschouwing. Dat betreft in ieder geval diens jarenlange activiteit als dirigent van gerenommeerde koren. Sommige heeft hij zelf opgericht, wat zijn passie voor koormuziek onderstreept.
Zowel als dirigent van een professioneel blaasorkest als van vocale ensembles heeft Van Yperen zich zeer beijverd voor vernieuwing van het repertoire, onder meer met compositieopdrachten aan vooraanstaande Nederlandse componisten. Zelf heeft Van Yperen als componist en arrangeur een bescheiden oeuvre nagelaten.
Als docent directie harmonie/fanfare/brassband heeft hij een hele generatie dirigenten opgeleid, van wie velen naam hebben gemaakt bij militaire orkesten.
Kroes heeft uitvoerig bronnenonderzoek gedaan en daarbij rijkelijk kunnen putten uit het familiearchief Van Yperen. De familie heeft hem alle medewerking verleend, wat verrassende gegevens opleverde.
Om een zo eerlijk mogelijk portret van Van Yperen te schetsen is de auteur niet voorbij gegaan aan de schaduwzijden. Zo komt ook aan de orde diens lidmaatschap van de Kulturkammer en de nasleep daarvan. Verder heeft hij een groot aantal (militaire) musici gesproken die Van Yperen van nabij hebben meegemaakt. Waaruit naar voren komt dat hij niet de meest gemakkelijke mens in de omgang was. Wat echter niets afdoet aan hun
waardering voor de veelzijdige musicus Van Yperen.